Kinderwens en ernstige hoge bloeddruk tijdens eerdere zwangerschap: zwangerschapshypertensie pre-eclampsie, HELLP syndroom
Vraag advies vóórdat je zwanger wordt
Heb je in een vorige zwangerschap hoge bloeddruk (zwangerschapshypertensie), pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) of het HELLP syndroom gehad? En wil je zwanger worden? Maak dan vóórdat je stopt met anticonceptie (pil, condooms of spiraaltje) een afspraak met je huisarts of verloskundige voor een verwijzing naar de gynaecoloog.
De gevolgen van ernstige hoge bloedruk op de zwangerschap verschillen per persoon. Daarom is persoonlijk advies erg belangrijk.
Een hoge bloedruk, pre-eclampsie of HELLP syndroom tijdens je eerdere zwangerschap en zwanger worden
Zwanger zijn is zwaar voor je lichaam. Je lichaam past zich op verschillende manieren aan om de zwangerschap goed aan te kunnen. De manier waarop je bloedsomloop zich aan kan passen, speelt een grote rol. Bij veel vrouwen verloopt die aanpassing zonder problemen, maar bij sommige zwangere vrouwen zijn daar problemen mee. Zij krijgen een te hoge bloeddruk, pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) of HELLP-syndroom.
Er zijn verschillende risicofactoren voor het krijgen van zwangerschapshypertensie, pre-eclampsie en HELLP-syndroom. Vaak is daar wat aan te doen, daarom is het belangrijk om eventuele risico’s, voor een volgende zwangerschap op te sporen en aan te pakken.
De kans op herhaling in een volgende zwangerschap ligt tussen de 15 en 50 %.
Eerder zwangerschapshypertensie, wat kun je doen?
Er is sprake van een te hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap (zwangerschapshypertensie) bij een bovendruk boven de 140 mmHg en onderdruk boven de 90 mmHg.
Te hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap komt voor bij 1 op de 10 zwangeren. De kans op nog eens een te hoge bloeddruk wordt kleiner als je gezond leeft. Daarom is het belangrijk om af te vallen ruim voordat je zwanger wordt. Je verloskundige en/of huisarts kunnen je daarbij helpen. Het is ook verstandig om goed te zorgen voor je gebit en om eventuele tandvlees ontstekingen te laten behandelen.
Tijdens het gesprek met je zorgverlener (kinderwensconsult) wordt je bloeddruk gemeten door de verloskundige of huisarts. Afhankelijk van de hoogte van je bloeddruk wordt er verder onderzoek gedaan of word je naar je huisarts verwezen. Naar aanleiding van deze onderzoeken wordt in overleg met jou besproken of een verwijzing naar de gynaecoloog nodig is.
Eerder pre-eclampsie en HELLP-syndroom, wat kun je doen?
Bij een pre-eclampsie (zwangerschapsvergiftiging) is er een verhoogde bloedruk tijdens de zwangerschap en eiwit in de urine of zijn er neurologische klachten of groeivertraging van de baby. Bij HELLP worden rode bloedcellen afgebroken, is er een tekort aan bloedplaatjes en verhoogde afbraak van de levercellen. HELLP wordt beschouwd als een vorm van een ernstige pre-eclampsie.
Als je een ernstige pre-eclampsie/HELLP hebt gehad, wordt een verwijzing naar de gynaecoloog met je besproken. Bij dat onderzoek wordt een inschatting gemaakt van jouw persoonlijke risico’s aan de hand van je medische voorgeschiedenis, je familiegegevens, (bloed) onderzoek en je bloeddruk. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek wordt er advies gegeven. Doel van het advies is om te voorkomen dat je opnieuw pre-eclampsie/HELLP krijgt. Soms heeft het zin om al voor je zwanger bent te beginnen met het innemen van bepaalde medicijnen. Er wordt een plan gemaakt voor de begeleiding van je zwangerschap.
Bij vrouwen die een hoger risico hebben op zwangerschapsvergiftiging (pre-eclampsie) lijkt het erop dat de kans kleiner wordt als ze acetylsalicylzuur (aspirine) innemen. Behalve dat de kans kleiner wordt, lijkt het er ook op dat als ze toch pre-eclampsie krijgen, de ziekte minder erg wordt. Met het innemen van acetylsalicylzuur (aspirine) moet gestart worden voor de 12e-16e week van de zwangerschap en je moet het blijven innemen tot een zwangerschapsduur van 36 weken.
Je zwangerschap en je baby
Door pre-eclampsie of het HELLP syndroom kunnen verschillende problemen ontstaan tijdens de zwangerschap. Je baby kan een groeivertraging en/of een zuurstoftekort krijgen.
Soms kan het dan nodig zijn om de baby eerder geboren te laten worden door de conditie van de baby en/of door de ernst van de ziekte bij de moeder. Ook kan het gebeuren dat de placenta (moederkoek) loslaat van de baarmoederwand. Door deze problemen is de kans verhoogd dat je baby overlijdt.
Baby’s die te vroeg worden geboren hebben, kunnen een moeilijke start hebben doordat hun organen nog niet helemaal zijn ontwikkeld. Ze kunnen bijvoorbeeld problemen hebben met hun ademhaling, bloedsomloop en zuurstofvoorziening in de hersenen. De gevolgen zijn groter naarmate de baby vroeger in de zwangerschap geboren wordt.
De baby kan ook een te laag geboortegewicht hebben (voor de duur van de zwangerschap), doordat de baby niet goed is gegroeid. Baby’s met een groeiachterstand krijgen minder voedingsstoffen. Daardoor is er meer kans op problemen tijdens de zwangerschap, de bevalling en daarna.
Kinderen die veel te vroeg of veel te licht geboren worden, hebben een grotere kans op blijvende ziekten zoals hersenbeschadiging. Een te laag geboorte gewicht vergroot ook de kans op het ontstaan van ziekten op latere leeftijd, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte en ernstig overgewicht.
Belangrijke punten voor het gesprek met je arts of verloskundige
- Naar aanleiding van de onderzoeken wordt besproken of een verwijzing naar de gynaecoloog nodig is.
- Bespreek met de gynaecoloog de kans op herhaling van de pre-eclampsie of HELLP syndroom.
- Bespreek of er vóór of tijdens de zwangerschap extra onderzoeken nodig zijn.
- Het is van belang dat alle betrokken hulpverleners gezamenlijk een geboortezorgplan in je dossier opnemen. Alle afspraken over de begeleiding bij het zwanger worden, zwangerschap, bevalling en kraamperiode komen hierin bij elkaar te staan. Wij raden je aan om hier zelf naar te vragen.
Je gezondheid in de toekomst
Verschijnselen van pre-eclampsie zoals hoge bloeddruk en eiwitverlies in de urine, verdwijnen bij de meeste vrouwen gelukkig weer enige tijd na de bevalling. Maar een aantal vrouwen blijft een te hoge bloeddruk houden. Dit vergroot de kans op hart- en vaatziekten op latere leeftijd.
Vrouwen die pre-eclampsie hebben gehad, houden een verhoogd risico op hart- en vaatziekten op latere leeftijd, zelfs als alle verschijnselen van de pre-eclampsie weer weg zijn na de bevalling. Bespreek daarom met je huisarts of gynaecoloog dat er ook na een zwangerschap verder onderzoek nodig is. Laat in ieder geval een keer per jaar je bloeddruk meten.
Meer informatie
- Stichting HELLP Informatie, lotgenotencontact en belangenbehartiging
- Hoge bloeddruk (Thuisarts.nl)
- Hoge bloeddruk (DeVerloskundige.nl)
- Boek “Voordat je zwanger wordt. Wat vrouwen en mannen moeten weten.” Eric A.P. Steegers en Anjo Geluk (2022). Uitgeverij Garant. Zie hoofdstuk 24.
Bronnen
- Preconceptie Indicatie Lijst (CPZ, 2018)
- NHG Standaard Preconceptiezorg (NHG, 2011)
Dit informatieblad is tot stand gekomen in samenwerking met diverse experts.